vrijdag 18 november 2011

Toepassingskaart 8: Constructivistische les

Eigen leerstijl:
In het college over het sociaal constructivisme hebben we ook zelf een leerstijlentest gedaan. Dit aan de hand van een aantal vragen. Je kreeg telkens een situatie. Er onder stonden 4 mogelijkheden. De mogelijkheid waar jij je het best in kon vinden gaf je 4 punten. De mogelijkheid erna 3 punten. En zo verdeel je natuurlijk ook de 2 punten en 1 punt. Na het beantwoorden van al deze vragen, kom je zo de punten op een speciale manier bij elkaar optellen. Zo kreeg je uiteindelijk een uitslag. Mijn leerstijl is volgens deze test : dromer.
Hier kan ik mezelf wel in herkennen. Ik vind het fijn om naar dingen te luisteren. Vroeger op de basisschool werd ook al over mij gezegd dat ik een 'dromerig kind' was.

Leerstijl van 3 kinderen uit mijn stageklas:
Hiervoor het ik de test gebruikt om kinderen uit je klas te bekijken op leerstijl. Hieronder de resultaten:

Wout:
A = 2x
B = 1x
C = 4x
D = 6x Resultaat: DENKER

Sage:
A = 5x
B = 4x
C = 2x
D = 1x Resultaat: DROMER

Sven:
A = 3x
B = 7x
C = 3x
D = 0x Resultaat: DOENER

Sociaal constructivistische les:
Deze les is voor de doeners.

In de methode stond een werkblad over het tellen. Dit was een werkblad waar de kinderen ook een begin maken met rekenen.

Ik heb besloten om deze les klassikaal aan te bieden in plaats van op een werkblad. Omdat kinderen met de leerstijl doener houden van veel interactie en dingen doen.
Ik heb daarom alles visueel gemaakt. De kinderen tellen geen stippen op papier, maar echte kastanjes. Dit spreekt de kinderen aan. Ten eerste omdat de kinderen deze kastanjes zelf gevonden hebben, ten tweede omdat dit aansluit bij de belevingswereld van de kinderen en ten derde omdat dit mooi aansluit bij het thema waar wij nu over werken.

Begin van de les:
De kinderen zitten in de kring. In het midden van de kring, op de tafels, staat een grote mand vol met kastanjes. De kinderen zijn vanaf dit moment al geprikkeld. De kinderen mogen hun verwachtingen uitspreken, wat denken ze wat we gaan doen?
Vervolgens worden er een aantal kastanjes op de tafel neergelegd. De kinderen tellen deze in hun hoofd, daarna mag één kind hardop komen tellen hoeveel kastanjes dit zijn. ( een niet te groot aantal).
Vervolgens doen alle kinderen hun ogen dicht. Één kind mag een aantal kastanjes weghalen. Vervolgens doen de kinderen hun ogen weer open en raden de kinderen, door te tellen hoeveel kastanjes weg zijn. Dit wordt een aantal keer herhaald.
Daarna zijn er kaartjes. Op ieder kaartje staat een getal, van 1 tot 10. Ook zijn er kaartjes waar geen getallen op staan, maar een aantal kastanjes. Ook deze zijn van 1 tot 10.
Ieder kind kijkt eerst voor zichzelf welk getal hij of zij op zijn kaartje heeft staan. Vervolgens gaan de kinderen door elkaar lopen. Als ze onderweg een kind tegenkomen, wisselen ze van kaartje. Zo gaat dit een poosje door. Tot dat de leerkracht in zijn handen klapt/op een fluitje blaast. De kinderen kijken nu welk kaartje zijn in hun handen hebben en proberen nu zo snel mogelijk hun maatje te vinden. (het kind met het kaartje met het getal 1 hoort bij het kind met het kaartje met 1 kastanje). Als je elkaar gevonden hebt, blijf je bij elkaar staan.

Eind van de les:
De kinderen hebben nu dus geoefend met de getallen, maar dan op een actieve manier. Aan het eind van de les wordt gereflecteerd. De reflecties zijn hieronder te lezen.

Reflectie van mezelf:
-Waar ben ik tevreden over?
*De uitleg was goed, de kinderen begrepen de opdrachten.
*De kinderen waren erg enthousiast en deden heel goed mee.
-Wat zou ik een volgende keer anders doen?
*Het bereken hoeveel kastanjes er weg waren was voor de groep 1 kinderen nog erg lastig.
- Hoe reageerde de 3 genoemde kinderen op de activiteit?
*Sven - Doener: Heel enthousiast. Deed goed mee, verwoordde ook dat hij het leuk vond.
*Sage - Dromer: Vond het lastig om in de kringactiviteit goed mee te doen. Vertoond geen storend gedrag tijdens de kring, maar is ongeconcentreerd. Bij de tweede activiteit was ook zij heel enthousiast en deed erg goed mee.
*Wout - Denker: Deed ook erg goed mee. Vond het heel leuk om in de kring mee te denken over het oplossen van de problemen. Ook bij de tweede opdracht dat hij goed mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten