woensdag 28 september 2011

Week 38: Bijeenkomst 4

Wat was nieuw voor je?
- Het was nieuw voor mij dat alle ontwikkelingsgebieden met elkaar samenhangen en op elkaar van invloed zijn.

- Het begrip 'Zone van de naaste ontwikkeling' was niet nieuw voor mij, maar wel weggezakt.

- De 4 B's, 5 kernactiviteiten en 4 fasen in spelontwikkeling

Wat heb je geleerd?
- Ik heb daarvan geleerd dat het van belang is dat alle ontwikkelingsgebieden goed ontwikkeld zijn om een kind optimaal te laten presteren.

- De zone van de naaste ontwikkeling is wat een kind presteert met hulp. Dit is een term van onderwijspsycholoog Lev Vygotsky.

- De 4 B's zijn:
*Betrokkenheid
*Betekenis
*Bedoeling
*Bemiddelende rol van de leerkracht

- 5 kernactiviteiten zijn:
*Spelen
*Construeren
*Leren en schrijven
*Rekenen en wiskunde
*Spreken en luisteren

- 4 fasen in spelontwikkeling zijn:
*Manipulatief spel
*Rolgebonden handelen
*Thematisch rollenspel
*Vaktaalspel

Wat ben je van plan met deze kennis/inzichten te doen?
- Aandacht besteden aan alle ontwikkelingsgebieden. Dus niet alleen het cognitieve met de kinderen trainen, maar juist ook het motorisch en sociaal-emotinele gebied trainen.

- Kinderen helpen in hun ontwikkeling, maar kinderen ook elkaar laten helpen. Daarvan leren beiden kanten.

Toepassingskaart bijeenkomst 4: Ontwikkelingsmaterialen (5)

5 verschillende ontwikkelingsmaterialen




5




Naam van het ontwikkelingsmateriaal: Keer om

Materiaal kenmerken: Ronde platen waar de kinderen paren op kunnen zoeken aan de hand van gekleurde, houten stukjes.

Materiaalsoort: Hout, karton

Hanteerbaarheid: Goed te gebruiken. bij.

Uitvoering: Er zijn makkelijke en moeilijke kaarten

Aantrekkelijkheid: Ziet er mooi uit. Is pakkend met veel kleuren voor de kinderen.

Beschrijf het materiaal:
Keer om bestaat uit een houten houder waar 3 kleine stokjes uitsteken. Op deze stokjes kan een ronde kaart geplaatst worden. Op deze kaart staan allemaal kleine rondjes met een gekleurde rand, met daarin een plaatje. Bij dit plaatje moeten de kinderen het bijpassende plaatje zoeken van de plaatjes die om de rand staan. Bij dit plaatje leggen zij het houten stukje die in dezelfde kleur is, als de gekleurde rand van het desbetreffende rondje. Als de kinderen op deze manier alle houten stukjes gedaan hebben, kan de plaat omgedraaid worden en kunnen de kinderen zichzelf controleren en corrigeren.

Bedoeling van het materiaal:
- Redeneren en probleemoplossend
- Zelfsturing
- Zelfstandigheid
- Waarnemen en ordenen

Formuleer de specifieke doelstelling:
De kinderen leren verbanden te zien. De kinderen leren ordenen en paren zoeken.

Hoe kun je dit materiaal gebruiken?:
Je kunt de kinderen met dit materiaal laten oefenen, ze doen dit zelfstandig. Je kunt de kinderen iedere keer een moeilijkere kaart geven.

Is er een toelichting nodig bij het gebruik van dit materiaal?:
Voor veel kinderen is deze wel nodig. Je kunt dit zelf aan het kind uitleggen, of het samen laten maken met een ouder kind ( of een kind die al vaker met dit materiaal gewerkt heeft). Daarna kan het kind het natuurlijk alleen. Je kunt ook proberen om het kind het zelf uit te laten zoeken, vaak komt het kind er na een poosje wel achter hoe het ontwikkelingsmateriaal werkt.

Is het materiaal zelfcorrigerend?:
Ja

Het is geschikt voor?:
- Individueel gebruik

Voor welke leeftijd geschikt?:
4-6 jaar

Toepassingskaart bijeenkomst 4: Ontwikkelingsmaterialen (4)

5 verschillende ontwikkelingsmaterialen


4





Naam van het ontwikkelingsmateriaal: Ringen en stokken

Materiaalkenmerken: Bestaat alleen uit ringen, halve ringen en stokjes. Zijn kleine onderdelen




Materiaalsoort: De ringen zijn van ijzer. De stokjes zijn van hout




Hanteerbaarheid: Makkelijk te gebruiken en iedere keer iets anders mee te maken. Het is wel makkelijk om de onderdelen kwijt te raken, het zijn maar hele kleine onderdelen.




Aantrekkelijkheid: Ziet er niet heel luxe uit. Het zijn gewoon verschillende maten houten stokjes en verschillende ringen. De resultaten zijn wel mooi.




Beschrijving materiaal:
Met de vormen kun je figuren maken. Je kunt de kinderen helemaal vrij laten in het maken van deze figuren, maar ze ook een opdracht meegeven. Hiervan een voorbeeld is: Maak een figuur die naar 2 zijden gelijk is, of maak een figuur die naar 4 zijden gelijk is.




Bedoeling van het materiaal:
- Uiten en vormgeven
- Voorstellingen vormen en creativiteit
- Motorische vaardigheden
- Waarnemen en ordenen




Formuleer de specifieke doelstelling:
De kinderen kunnen creatief bezig zijn door figuren te leggen, ze komen hierbij in aanraking met verschillende vormen.




Hoe kun je dit materiaal gebruiken?:
Je kunt de kinderen zelfstandig iets laten maken. Je kunt de kinderen ook een opdracht geven. Tot slot kun je de kinderen ook samen laten werken. Bijvoorbeeld het ene kind mag iets maken, het andere kind probeert dit exact na te maken. Of laat de kinderen samen een figuur maken.




Is er een toelichting nodig bij het gebruik van dit materiaal?:
Nee




Is het materiaal zelfcorrigerend?:
Nee




Het is geschikt voor:
- Individueel gebruik
- Tweetallen




Voor welke leeftijd ongeveer geschikt?:
5-8 jaar




dinsdag 20 september 2011

Toepassingskaart bijeenkomst 4: Ontwikkelingsmaterialen (3)

5 verschillende ontwikkelingsmaterialen




3




Naam van het ontwikkelingsmateriaal: Mozaiek



Materiaalkenmerken: Kleine, platte vormen. Driehoekig, vierkant



Materiaalsoort: Plastic



Hanteerbaarheid: Makkelijk te gebruiken. Er is een voorbeeld, maar de kinderen zouden ook zelf dingen kunnen maken



Uitvoering: De kaarten gaan van makkelijk naar moeilijk. Zo is het voor alle kinderen redelijk te doen om dit spel te spelen.



Aantrekkelijkheid: Het ziet er mooi uit. De vormpjes zijn stevig en in verschillende kleuren



Beschrijving materiaal:
Er zijn een aantal platen met daarop een plaatje. Dit plaatje is gemaakt met de vormen die zich ook in het doosje bevinden. De kinderen kiezen een plaat uit en kunnen deze met de vormen uit de doos namaken. Daarnaast kunnen de kinderen er ook voor kiezen om zelf iets te maken.



Bedoeling van het materiaal:
- Uiten en vormgeven
- Voorstellingen vormen en creativiteit
- Zelfstandigheid
- Mororische vaardigheden
- Schematiseren

Formuleer de specifieke doelstelling:
Ruimtelijk inzicht verkrijgen



Hoe kun je dit materiaal gebruiken:
Je kunt de kinderen een plaat na laten bouwen. Je kunt de kinderen ook vragen zelf iets te bouwen. Je kunt de kinderen vragen de stukjes op vorm te laten sorteren. Je kunt de kinderen vragen de stukjes op kleur te sorteren.



Is er een toelichting nodig bij het gebruik van het materiaal?:
Nee

Is het materiaal zelfcorrigerend?:
Ja



Het is geschikt voor:
- Individueel gebruik
- Tweetallen

Voor welke leeftijd ongeveer geschikt?:
5-6 jaar.

Toepassingskaart bijeenkomst 4: Ontwikkelingsmaterialen (2)

5 verschillende ontwikkelingsmaterialen

2.
Naam van het ontwikkelingsmateriaal: Vouwen





Materiaalkenmerken: Papier, makkelijk te vouwen


Materiaalsoort: Papier




Hanteerbaarheid: Papier is makkelijk te vouwen. Voor kinderen kan het lastig zijn om netjes te vouwen



Uitvoering: Als het voor de kinderen goed duidelijk wordt gemaakt hoe er gevouwen moet worden is het voor de kinderen goed te doen, bijvoorbeeld aan de hand van vouwstroken of een vouwboekje. Als de kinderen in het diepe gegooid worden is het nog niet mogelijk.



Aantrekkelijkheid: Voor ieder thema is wel een vouwwerkje te bedenken, daarom is het altijd aantrekkelijk en leuk om te maken.



Beschrijf het materiaal:


Aan de hand van vouwstroken en vouwboekjes kunnen de kinderen vouwwerkjes maken. Ook kun je kinderen iets na laten vouwen.



Bedoeling van het materiaal:


- Uiten en vormgeven


- Voorstellingen vormen en creativiteit


- Motorische vaardigheden



Formuleer de specifieke doelstelling:


Creatief bezig zijn en de motorisch vaardigheid verbeteren en oefenen



Hoe kun je dit materiaal gebruiken?:


Samen met kinderen stap voor stap vouwen of de kinderen het zelfstandig aan de hand van vouwstroken of vouwboekjes laten vouwen



Is er een toelichting nodig?:


Nee



Is het materiaal zelfcorrigerend?:


Nee

Het is geschikt voor:


Individueel gebruik



Voor welke leeftijd ongebeer geschikt?


4-10 jaar. Je kunt de moeilijkheidsgraad aanpassen aan de leeftijd.

Toepassingskaart bijeenkomst 4: Ontwikkelingsmaterialen (1)

5 verschillende ontwikkelingsmaterialen:



1.

Naam van het ontwikkelingsmateriaal: Communicatie



Materiaalkenmerken: Pinnetjes in verschillende kleuren, 1 grote plaat met gaten en verschillende plaatjes, 1 houder.

Materiaalsoort: Hout en plastic

Hanteerbaarheid: Makkelijk te gebruiken voor jonge kinderen

Uitvoering: Is leuk om te doen en leerzaam

Aantrekkelijk: Ziet er mooi uit. Is prikkelend voor kinderen.

Beschrijving van het materiaal:
Het spel communicatie bestaat uit een aantal platen met verschillende afbeeldingen en een aantal gaten in deze platen. Er wordt door de kinderen een plaat uitgekozen en deze wordt in de houder geplaats. Aan beide kanten van de plaat gaat een kind zitten. Het kind dat de kleuren op de plaat zien beschrijft één voor één het plaatje bij de betreffende kleur. Het andere kind raad over welk plaatje/welke persoon het andere kind het heeft en plaatst hier de goede kleur pion. Als alle pionnetjes geplaatst zijn, kunnen de kinderen kijken of het klopt. Daarna worden de rollen omgedraaid of een nieuwe kaart gekozen.

Bedoeling van het materiaal:
- Communiceren
- Samen spreken en samen werken
- Redeneren en probleemoplossend
- Motorische vaardigheden
- Waarnemen en ordenen
- Woorden en begrippen
- Hoeveelheden en bewerkingen

Specifieke doelstelling:
Taalvaardigheid vergroten en oefenen

Hoe kun je dit materiaal gebruiken?:
De kinderen kunnen hier zelfstandig mee aan de slag om hun taalvaardigheid te oefenen

Toelichting nodig?:
Nee

Is het materiaal zelfcorrigerend?:
Ja

Het is geschikt voor:
Tweetallen

Voor welke leeftijd ongeveer geschikt?:
5-7 jaar

woensdag 14 september 2011

Week 37: Bijeenkomst 3

Wat was nieuw voor je?

- De term handelingsgericht werken was nieuw voor mij.

- Ook de term zorgroute was nieuw voor mij.

- Hoe je voor een bepaald kind een groepsplan kunt opstellen.

Wat heb je geleerd?

- Handelingsgericht werken is het inspelen op de verschillen tussen kinderen. Alle kinderen zijn anders en hebben in principe een andere aanpak nodig. Die moet jij als leerkracht kunnen geven.

- Zorgroute is de het traject dat je afloopt om te komen tot handelingsgericht werken. Dit door je langs een aantal punten te lopen:
1. Evalueren groepsplan en verzamelen leerlinggegevens
2. Signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
3. Benoemen van specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen
4. Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften
5. Opstellen van het groepsplan
6. Uitvoeren van het groepsplan

- We hebben een casus van een bepaald kind gekregen waarvan we moesten bepalen welke lessen voor dit kind goed zijn.

Wat ben je van plan met deze kennis/inzichten te doen?

- Proberen de verschillen tussen de kinderen te zien en kijken hoe ik kan inspelen op deze verschillen.

- Ik ga op mijn stage kijken of ik aan de hand van de zorgroute tot handelingsgericht werken kan komen. Hierdoor komen alle kinderen tot hun recht.

dinsdag 6 september 2011

Week 36: Bijeenkomst 2

Dinsdag 6 september 2011

Wat was nieuw voor je?

- Dat mindmappen zulke grote, positieve resultaten kan behalen. Ik wist dat mindmappen handig was, maar dat daar zulke grote leerresultaten mee geboekt konden worden was nieuw voor mij.

- Dat je eigenlijk vooral de linker hersenhelft gebruikt. Ik wist wel dat je één van de twee hersenhelften meer gebruikt maar wist niet welke dit was.

- Welke dingen ik kan doen om een hersenvriendelijke les te geven.

Wat heb je daarvan geleerd?

-
Dat mindmappen inderdaad heel functioneel is. Daarnaast is het voor kinderen ook heel leuk. Doordat we zelf in het college aan de slag zijn geweest met het maken van een mindmap merk ik dat het ook leuk is om te doen, je merkt niet dat je aan het leren bent.

- Dat de linker hersenhelft vooral voor kennis, schema's en tabellen is. De rechter hersenhelft is voor het creatieve en voor de kleur. Wat is ook daarvan heb geleerd is dat als je beide hersenhelften gebruikt, ze een soort versterkt worden door elkaar.

- Benoem je doelen ook aan de kinderen. Maak het visueel. Laat de kinderen dingen doen.


Wat ben je van plan met deze nieuwe kennis/inzichten te doen?

-
Ik ga zeker op stage en later in mijn eigen klas gebruik maken van mindmapping. Ik vind het voor mijzelf al een hele prettige manier van leren en omdat het zulke grote leerresultaten boekt vind ik het leuk dit ook in mijn klas uit te proberen. Ik ben dit echter niet van plan voor alles te doen. Maar af en toe een mindmap laten maken lijkt mij een leuke en goede afwisseling voor de kinderen.

- Zorgen dat ik tijdens mijn lessen zoveel mogelijk de 2 hersenhelften kan laten benutten om hierdoor het leerresultaat te verbeteren.

- Ik ga altijd mijn doelen benoemen voor mijn lessen. Ik ga plaatjes, filmpjes e.d. gebruiken om het visueel te maken en ik ga de kinderen dingen laten doen, zodat ze niet alleen maar hoeven te luisteren maar dit ook afgewisseld wordt.

Week 36: Bijeenkomst 1 - 5 doelen

Dinsdag 6 september 2011

Voor het 3e jaar van de Pabo in Leiden moeten we 5 doelen voor dit jaar bedenken. Dit zijn mijn doelen:

- Aan het eind van het schooljaar 2011/2012 heb ik mijn onderzoeksrapportage van pabo 2 naar behoren gemaakt en daarmee alle studiepunten van pabo 2 behaald.

- Op mijn stage ga ik oefenen met het geven van hersenvriendelijke lessen.

- Aan het einde van het eerste semester heb ik stagegelopen op een SBO-school of stadsschool. Ik heb daarbij rekening gehouden met alle kinderen en heb geleerd hoe je te werk gaat op een SBO-school of staddschool.

- Op stage ga ik werken aan mijn tijdsplanning. Ik eb nog te vaak dat ik de tijd vergeet en daardoor te vroeg of te laat klaar ben met mijn les.

- Voor mijn studie ga ik mijn tijd beter inplannen. Ik ga de voorbereiding van de kaarten doen en zorg zo dat ik niet op het laatste moment nog alle stof moet leren.